BURCHDA e-bike displayhandleiding - YL81F

Deze displayhandleiding is geschikt voor BURCHDA R5 PRO/RX90/U8/Upgraded RX80.

Let op: aangezien de displayhandleiding meerdere ebike-modellen bevat, zijn specifieke functies afhankelijk van de daadwerkelijke ebike en zijn niet alle functies beschikbaar.

1. Productnaam en modelnummer

Slim LCD-display voor elektrische fiets; Model: YL81F.

2. Specificatie

 

• 24V/36V/48V-voeding
• Toon nominale stroom 15mA
• Toon maximale stroom 30mA
• Uitschakellekstroom <1uA
• Toegevoerde stroom naar de controller 50mA
• Bedrijfstemperatuur -20~60℃
• Bewaartemperatuur -30 tot 70°C

 

3. Uiterlijk en grootte

4. Functieoverzicht en functionele gebieden

 

4.1 Functioneel overzicht 

Het YL81F-display biedt een verscheidenheid aan functies om aan uw rijbehoeften te voldoen, waaronder:

• Batterijniveau-indicator
• Indicatie trapondersteuning (PAS)
• Snelheid (huidige snelheid, maximale snelheid, gemiddelde snelheid)
• Kilometerstandweergave (enkele en totale kilometerstand)
• Loopboost-modus
• Licht AAN/UIT
• Foutcode-indicator
• Motorvermogenindicator (optioneel)
• USB-verbindingsindicator (optioneel)
• Cruisecontrol-indicator (optioneel)
• Bluetooth-verbindingsindicator (optioneel)
• Gepersonaliseerde parameterinstellingen (bijv.G wieldiameter, snelheidslimiet, nominale spanning, PAS-parameter, wachtwoord en instelling van de huidige limiet van de controller, enz.)
• Fabrieksstandaard parameterherstelfunctie

4.2 Functionele gebieden

4.3 Knopdefinities 

Het YL81F-display is uitgerust met vijf knoppen op de bijbehorende bedieningseenheid: aan/uit, plus, min , licht en schakelen.

 

5. Routinematige werking

 

5.1 Aan/uit zetten 

Lang indrukkenom het scherm aan/uit te zetten. Als het display is uitgeschakeld, wordt de batterij niet gebruikt en is de lekstroom minder dan 1uA. 

 Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld als het langer dan 10 minuten niet wordt gebruikt. 

5.2 Scherminterface schakelen 

Als het display is ingeschakeld, worden standaard de huidige snelheid (km/u) en de dagteller (km) weergegeven. Druk kort op om te schakelen tussen dagteller (km), kilometerteller (km), maximumsnelheid (km/u) en gemiddelde snelheid (km/u).

5.3 Loopboostmodus 

Lang ingedrukt houden, de elektrische fiets gaat naar de loopboostmodus. De elektrische fiets loopt met een vaste snelheid van 6 km/u en op het display verschijnt . Laat los om de stroomuitvoer onmiddellijk te stoppen en te herstellen naar de toestand van vóór de loopboost.

 De loopboostmodus kan alleen worden gebruikt wanneer u de elektrische fiets voortduwt. Gebruik deze niet tijdens het rijden. 

5.4 Verlichting in-/uitschakelen 

Druk op om de controller de verlichting te laten inschakelen en de achtergrondverlichting van het display gedimd te maken. Druk nogmaals op om de controller de verlichting te laten uitschakelen en de achtergrondverlichting de helderheid te laten herstellen.

5.5 PAS-niveauselectie 

Druk op / om het PAS-niveau van de elektrische fiets te wijzigen, waardoor het uitgangsvermogen van de motor wordt gewijzigd.

5.6 Weergave batterijniveau 

Het batterijniveau wordt weergegeven als 5 balken. Wanneer de batterij volledig is opgeladen, lichten alle 5 balkjes op. Wanneer de batterij volledig leeg is, begint de balk te knipperen om de gebruiker te waarschuwen de batterij zo snel mogelijk op te laden.

5.7 Weergave foutcode 

Als er een storing optreedt in het elektronische systeem van de elektrische fiets, zal het display automatisch een foutcode tonen, zie Schema 1 voor een gedetailleerde definitie van de foutcode. 

 Als de foutcode op het display verschijnt, los het probleem dan tijdig op. De elektrische fiets kan niet normaal rijden nadat het probleem is opgetreden.

 

6. Gepersonaliseerde parameterinstellingen

 

 Elke instelling moet worden uitgevoerd terwijl de fiets stilstaat.

De procedure voor het instellen van persoonlijke parameters is als volgt: Als het display AAN is en de snelheid 0 weergeeft,

1. Houd /  tegelijkertijd langer dan 2 seconden ingedrukt om de interface voor gepersonaliseerde parameterinstellingen te openen.
2. Druk op / om te schakelen tussen de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface, en druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan.
3. Druk /  om de parameter te selecteren, druk lang opvoor optellen, druk lang op voor aftrekken operatie.
4. Druk opom de parameterinstellingen op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.
5. Lang indrukkenom de parameterinstellingen op te slaan en de interface voor persoonlijke parameterinstellingen te verlaten.

De volgende opties zijn beschikbaar op de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface: 

 

6.1 Helderheidsinstelling achtergrondverlichting

01P is de helderheidsinstelling van de achtergrondverlichting. Er zijn parameters 01, 02 en 03 beschikbaar, die de achtergrondverlichting

vertegenwoordigen

luminantie, 01 voor de minimale luminantie, 02 voor de standaardluminantie en 03 voor de maximale luminantie.

Druk op de knopom de interface voor parameterwijziging te openen. Druk op de knop/voor parameterselectie.

Druk op de knopom de parameter op te slaan en terug te keren naar de selectie-interface van algemene instellingsopties.

 

 

6.2 Metrische en Engelse instelling

02P is de metrische en imperiale instelling, 00 voor metrisch en 01 voor imperiaal.

Druk op  om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

6.3 Instelling nominale spanning

03P is de nominale spanningsinstelling. Het beschikbare nominale spanningsbereik is: 24V, 36V, 48V.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

6.4 Instelling automatische slaaptijd

04P is de automatische slaaptijdinstelling. Om de batterij te sparen en een groter bereik te bereiken, wordt dit display uitgeschakeld nadat het een tijdje niet is gebruikt. Het instelbare bereik is: 1~60min, 00 betekent geen automatische uitschakeling. De fabrieksinstelling is 10 minuten.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

 

6.5 PAS-niveau-instelling

05P is de instelling voor het trapondersteuningsniveau. De beschikbare PAS-niveau-instellingen zijn: 0~3, 1~3, 0~5, 1~5.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

 

 

6.6 Instelling wieldiameter

06P is de instelling voor de wieldiameter. Het instelbare wieldiameterbereik is: 1 ~ 50 inch.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

 

6.7 Instelling aantal snelheidssensormagneten

07P is de instelling voor het magneetnummer van de snelheidssensor. Het bereik van de instelbare snelheidssensormagneet is: 1 ~ 255 stuks.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

6.8 Instelling snelheidslimiet

08P is de snelheidslimietinstelling. Het instelbare snelheidslimietbereik is: 1~100 km/u. (De maximaal instelbare snelheidslimiet varieert per protocol).

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op/om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.9 Opstartinstelling

09P is de opstartinstelling. Het display kan de volgende startmodi kiezen: 00 → nulstart, 01 → niet-nulstart.

Druk op om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op/ om de parameter te selecteren en druk opom de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.10 Instelling rijmodus

10P is de instelling voor de rijmodus. De beschikbare rijmodi zijn: 00 → Alleen trapondersteuning, 01 → Alleen elektrisch, 02 → Beide pedalen

assist en elektrisch.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

6.11 Instelling trapondersteuningsgevoeligheid

11P is de gevoeligheidsinstelling voor de trapondersteuning. Wanneer deze op hogere getallen is ingesteld, zijn er meer crankrotaties nodig om

te activeren

motor. Bij lagere getallen is er weinig krukrotatie nodig om de motor te activeren. Het instelbare bereik is: 1~24.

Druk op om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op / om de parameter te selecteren en druk opom de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.12 Instelling trapondersteuningssterkte

12P is de instelling voor de trapondersteuning. De trapondersteuningssterkte is de relatieve sterkte van het PWM-signaal van de controller wanneer de trapondersteuning wordt geactiveerd. Het instelbare bereik is 0 ~ 5. 0 is de zwakste sterkte en 5 is de sterkste.

Druk op om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op / om de parameter te selecteren en druk opom de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.13 Instelling aantal trapondersteuningssensormagneten

13P is het aantal instelling voor trapondersteuningssensormagneten. Het verstelbare bereik: 5, 8, 12 stuks.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk opom de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.14 Instelling stroomlimiet controller

14P is de stroomlimietinstelling van de controller. Het instelbare bereik is: 1~50A.

Druk op  om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de interface voor persoonlijke parameterinstelling.

6.15 Instelling batterij-onderspanningswaarde

15P is de instelling voor onderspanning van de batterij. De waarde kan worden aangepast op basis van de huidige nominale spanning.

Druk op om de parameterwijzigingsstatus te openen. Druk op /

om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

6.16 ODO reset instelling

16P is de ODO-resetinstelling. Het display kan uit de volgende opties kiezen: 00 → niet gereset, 01 → reset.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de persoonlijke parameterinstellingsinterface.

 

6.17 Weergave snelheidsverhouding

17P Selecteer weergavesnelheidsverhouding, bereik van 50%-150% instelbaar.

Druk opom naar de parameterwijzigingsstatus te gaan. Druk op / om de parameter te selecteren en druk op  om de parameterinstelling op te slaan en terug te keren naar de gepersonaliseerde parameterinstellingsinterface.

 

7. Snelkoppelingsbewerking

 

7.1 Herstel de fabrieksinstellingen  

dEF zijn de fabrieksinstellingen voor parameterinstellingen. dEF-Y is bedoeld om de standaardinstellingen te herstellen, en dEF-N is niet om te herstellen.

Ga naar de hoofdinstellingeninterface en houd de snelheid op 0. Houd  en tegelijkertijd 2 seconden ingedrukt om de interface voor het herstellen van de fabrieksinstellingen te openen. Druk op  / om naar dEF-Y te schakelen. Nadat u vervolgens op hebt gedrukt om te bevestigen, wordt op het display een paar seconden dEF-0 weergegeven en wordt vervolgens automatisch begonnen met het herstellen van de fabrieksinstellingen.

Het display verlaat na het herstel automatisch de instellingeninterface.

7.2 Resetprocedure dagteller 

Het display kan de dagteller en de kilometerteller registreren. De dagteller wordt niet automatisch gereset na het uitschakelen. De dagteller moet handmatig worden gereset. Ga naar de hoofdinstellingeninterface en houd de snelheid op 0. Houd  en tegelijkertijd 2 seconden ingedrukt om de dagteller te resetten. De hoofdinterface knippert tijdens het resetproces.

 

Kwaliteitsborging en garantie

8.1 Garantie-informatie

• Yolin biedt een beperkte garantie voor eventuele defecten veroorzaakt door productdefecten bij normaal gebruik tijdens de garantieperiode.
• Voor dit product geldt een garantie van 12 maanden vanaf de datum dat het uit de fabriek komt.

8.2 Garantie geldt niet voor

• De schaal wordt geopend.
• De connector is beschadigd.
• Krassen op het uiterlijk nadat het product de fabriek heeft verlaten.
• Gekraste of gebroken draden
• Fout of schade veroorzaakt door overmacht (bijv.G brand, aardbeving, enz.) of natuurrampen (bijv.G blikseminslag, enz.)
• Buiten garantieperiode.

 

9. Draadaansluitschema

9.1 Standaard draadaansluitvolgorde:Tabel 9-1 Standaard connectordraadvolgordetabel

Standaard draadvolgorde	Standaard draadkleur	Functie
1	Rood (VCC)	Voedingsdraad beeldscherm
2	Blauw (Kp)	Voedingsdraad controller
3	Zwart (GND)	Aardingsdraad beeldscherm
4	Groen (RX)	Gegevensontvangstdraad weergeven
5	Geel (TX)	Gegevensoverdrachtskabel weergeven

■ Sommige modellen zijn uitgerust met waterdichte connectoren en de kleur aan de binnenkant van de draden is niet zichtbaar.

 

10.Voorzorgsmaatregelen

 

Let op alle algemene handelingen bij het gebruik van de producten en sluit het beeldscherm niet aan en koppel het niet los terwijl het is ingeschakeld.

• Voorkom zoveel mogelijk stoten tegen het scherm.
• Wijzig de parameterinstellingen niet naar wens, anders kan normaal rijden niet worden gegarandeerd.
• Als het display niet goed werkt, stuur het dan zo snel mogelijk naar het reparatiecentrum.
• Er kunnen verschillen zijn tussen de fysieke producten en deze handleiding als gevolg van een normale upgrade. Raadpleeg de fysieke producten.

Schema 1: Foutcodedefinitie YL-01, YL-02 Foutcodes

Foutcode	Definitie
E001	Controllerfout
E002	Communicatiefout
E003	Hall-fout
E004	Gasfout
E005	Remstoring
E006	Fasestoring motor

YL-05, KDS, YL-J Foutcodes

Foutcode	Definitie
E021	Stroomstoring
E022	Gasfout
E023	Fasestoring motor
E024	Hall-fout
E025	Remstoring
E030	Communicatiefout

Schema 2: Standaard verhoudingswaarde trapondersteuningsniveau

Niveau ⇒ Niveauselectie ⇓	1	2	3	4	5
0-3/1-3	50%	74%	92%	-	-
0-5/ 1-5	50%	61%	73%	85%	96%